Geschiedenis

De geschiedenis van de Trabant.

Na de Tweede Wereldoorlog hield men zich in de Audi-fabrieken te Zwickau (DDR) bezig met herstellingen, totdat men in 1949 de toelating kreeg om de Ifa F8 te bouwen.  Deze wagen was een kopie van de vooroorlogse DKW F8.  Van de F8 werden er tot 1955 exact 26.267 stuks gebouwd. Toen startte men met de bouw van de “Zwickau” P70.  Als basis nam men het chassis van de F8 en hierop kwam een houten opbouw, bekleed met kunststofpanelen.  De P70 is de eerste serieauto met een kunststofcarrosserie (duroplast) en was te verkrijgen als Limousine, Kombi en Coupé.  

Doch was er nood aan een kleine auto, zoals in het westen bijvoorbeeld de Lloyd.  In Chemnitz ontwikkelde men een 500 cc luchtgekoelde tweecilinder-tweetaktmotor van 18 pk, en in de Horch-fabrieken te Zwickau ontwikkelde men een zelfdragende metalen carrosserie, die zoals de P70 bekleed werd met duroplast-panelen.  Op 7 november 1957 werden er 50 auto's als nulserie in de Audi-fabrieken gebouwd onder de voorlopige benaming “AWZ” P50.  Om tot de definitieve naam “Trabant” (wat kameraad betekent) te komen werd er een prijskamp georganiseerd en koos men de mooiste naam uit.  Op 10 juli 1958 startte de serieproductie van de Trabant P50.  Twee jaar later werd het vermogen opgedreven tot 20 pk.  Vanaf 1962 werd de Trabant P60 gebouwd met een 600 cc motor van 23 pk. De P50 en P60 waren te verkrijgen als Limousine, Kombi en Camping.  

In 1964 werd er een vernieuwde carrosserie gemonteerd, dit was de start van de Trabant 601, waarvan tot 1990 meer dan 2,5 miljoen stuks gebouwd zijn.  De 601 werd oorspronkelijk in 2 verschillende carrosserievormen gebouwd: Limousine en Universal (+ Lieferwagen).  Vanaf 1966 kwam er een derde carrosserievorm bij: de Kübel (legerversie).  Doch duurde het tot in 1978 vooraleer er een burgerversie gebouwd werd, namelijk de Tramp.  Jaarlijks werden er kleine verbeteringen aangebracht, zoals: motorvermogen verhoogd tot 26 pk,  van een enkel naar een dubbel remcircuit, van een 6-volt elektrische installatie naar 12 volt, ...  Zelfs voor gehandicapten was er een automatische koppeling (Hycomat) te verkrijgen.  Zo is de Trabi méér dan een kwarteeuw het voertuig geweest van miljoenen mensen en werd hij eind 1989, na de val van de Berlijnse muur, wereldwijd het symbool van de vrijheid.  

In 1989 deed men nog een laatste poging om de productie van de Trabant te redden, door een 1.100 cc viertakt Volkswagen Polo-motor in te bouwen.  Dit gebeurde in de nieuwe VW-fabrieken te Mosel, bij Zwickau, waar ook de VW Polo gebouwd werd.  Deze Trabi noemde men 1.1  en werd gebouwd als Limousine, Universal en Tramp.  Doch op 30 april 1991 om exact 14.51 uur rolde na 33 jaar de laatste Trabant, een Universal, van de montageband.  In totaal zijn er 3.051.485 Trabi's gebouwd.

Dit is in het kort de geschiedenis van de Trabant, of hoe een kleine auto uitgegroeid is tot een legende.